zondag 14 februari 2010

Dominica en de Franse Antillen



Als Columbus de eilanden in deze streek weer zou bezoeken, zou Dominica het enige eiland zijn dat hij nog zou herkennen. Dat betekent ook dat alles nog een beetje primitief is. De kippen lopen op straat en het aanbod in de kleine supermarktjes is zeer beperkt. Fruit in overvloed, bij elk huisje kun je papayas, mango’s, grapefruits en bananen kopen. Het verkeer rijdt links, de voertaal is
Engels (en creools)en je betaalt met Eastern Caribean $ (is 25 eurocent).

We parkeren Foetsie aan een mooring voor de hoofdstad Roseau. Gedurende de nacht is er veel deining, we slapen niet, dus trekken we zodra het licht wordt verder naar een mooie diepe en rustige ankerbaai bij het stadje Portsmouth. Op de oevers van de baai liggen grote roestige vrachtschepen, daar beland tijdens een orkaan van een aantal jaren geleden. Worden niet opgeruimd. Niks lijkt in dit landje geregeld; er zijn in dit dorp geen brievenbussen, er zijn geen vuilnisbakken. Afval wordt dus maar ergens op een hoop gegooid en dan staat er even later een bordje dat het verboden is vuil te dumpen tegen een boete van 5000 $ of 1 maand gevangenisstraf!



We gaan met de bus naar de hoofdstad Roseau. Het openbaar vervoer is er niet echt, dus doen de mensen het maar zelf, een mooi voorbeeld van marktwerking. Op een pleintje staan een aantal busjes en de chauffeur komt meteen naar je toe of je meegaat naar Roseau. Zodra de bus vol is vertrekt hij. Onderweg stappen mensen uit en stappen mensen in, gepakt en gezakt met zakken grapefruits, trossen bananen. Alles past echt niet in het busje waar al 15 personen in zitten … maar toch. Na 5 kwartier zijn we in Roseau, een levendig stadje waar het altijd markt lijkt te zijn. Iedereen verkoopt zijn waar op de stoep, overal klinkt muziek (uit grote boxen), huisjes zijn leuk om te zien en er is geen hoogbouw. Alles heel authentiek, geen toerist te zien.




Einde van de middag zoeken we weer een busje op om terug te rijden. Maar nu treffen we een kamikaze chauffeur. Als het busje helemaal is volgeperst vertrekken we. Voor ons zit een vrouw die zeker een meter breed is, maar zij krijgt geen extra ruimte. De knul die naast haar zit zit helemaal klem, valt in slaap en legt zijn hoofd op haar brede schouder. Vind ze prima. Veel vrouwen zijn gepakt en gezakt met boodschappentassen. Soms vragen ze de chauffeur even te stoppen om wat af te geven. Iedereen heeft hier zeeën van tijd, behalve onze chauffeur. Als een gek racet hij over de smalle wegen, haalt in en neemt zelfs in de dorpjes niet even gas terug. Er zijn geen verkeersborden, er staan geen strepen op de weg of paaltjes langs de kant. Zelfs in de haarspeldbochten is geen vangrail terwijl de zee heel erg diep onder ons is! We zijn blij dat we na 5 kwartier kamikazerit weer heelhuids uit de bus stappen. Pfff, weet niet of ik nog eens met openbaar vervoer ga in deze contreien.



Intussen is het 10 februari en liggen we geankerd bij het eilandje Marie Galante. Het eilandje lijkt op een dikke pannenkoek, het is rond en plat. Voor het eerst zien we lange, goudgele stranden met overhangende cocosnotenpalmbomen. Er zijn hier uitgestrekte suikerrietvelden en het wemelt van de molens die gebruikt worden om het suikerriet te verwerken (malen?). De voertaal is Frans, het verkeer rijdt weer rechts, je betaalt hier met euro’s en in de supermarkt koop je weer stokbrood, croissants, camembert, brie en danone yoghurt. Het kilometers lange strand hebben we voor onszelf. We lezen een boek in de schaduw van de palmbomen, snorkelen en genieten.

2 opmerkingen:

Unknown zei

hgf
kkjjhhg
mmnnbvc

Unknown zei

Ja ik heb het nu door hoe e.e.a. werkt .Fantastische reis ik had je al een reactie mail gestuurd. Groetjes Johan