zondag 6 juni 2010

Georgia


Geruisloos varen we de staat Georgia binnen. De wateren veranderen van rechte lijnen in kronkelende, vaak ondiepe, smalle en brede rivieren. We varen dagenlang door moerasgebieden. Gelukkig ook hier en daar door een Sound, een breed water dat meestal direkt in verbinding staat met de Oceaan. Hier trekken we het zeil op en maken we betere vorderingen. De eb- en vloedstroming is op sommige plekken in de rivieren enorm. We moeten vaak tegen de stroom opboksen. Het is haast niet te berekenen op welk punt je nou stroom tegen en stroom mee hebt omdat je door de kronkelende rivieren steeds een andere kant opgaat.

We ankeren bij Jekyll Island, een eilandje met een heel aparte geschiedenis. Het eilandje werd eind 1800 aangekocht door een aantal miljonairs uit New York en Chicago. Zij wilden graag de winters gaan doorbrengen in het milde klimaat van Georgia. Op het eiland lieten ze een clubhuis bouwen en de leden van de club mochten naar eigen inzicht op het eiland cottages bouwen voor hun winterverblijf en zo ontstond de Jekyll Island (Millionaires) Club


Dit was de “cottage” van de Rockefellers (die van de olie)


Hier woonden de heer en mevrouw Pullizer (krantenmagnaat uit NY)

Mr. Crane (die van de waterleiding) liet een “cottage” bouwen met 20 kamers en evenzoveel badkamers. De cottages hadden geen keukens want alle maaltijden werden gereserveerd in het clubhuis. Het verhaal vertelt niet waar de ingrediĆ«nten voor die maaltijden vandaan kwamen want er waren natuurlijk geen winkels.
In die tijd waren er natuurlijk nog geen auto’s of vliegtuigen, dus reisden de clubleden naar hun winterverblijf per zeilboot. Mr. Morgan (die van de JPMorgan bank) had een zeiljacht van 100 meter lang. Aan de rivierzijde van het eiland werd een grote pier gebouwd waar de zeiljachten konden aanmeren. Ook andere schepen met genodigden konden hier aanleggen. Er werd door speciaal personeel streng op toegezien dat er niemand anders het eiland betrad dan door de leden van de club uitgekozen genodigden. Tijdens de 2de wereldoorlog hadden de heren blijkbaar wel iets anders aan hun hoofd en kwamen ze de winters niet meer naar het eiland. De gebouwen raakten in verval. In de jaren 70 werd het eiland weer aangekocht door de staat en een aantal gebouwen weer gerestaureerd. Het clubhuis is nu hotel en de rest van het eiland vakantieparken, golfbanen. Langs het strand is een mooie boardwalk.

Mensen in Georgia zijn zeer vriendelijk en behulpzaam. Als we op het eiland aan wal gaan en de weg vragen aan een ouder echtpaar bij een restaurant lopen zij meteen terug naar hun auto om ons weg te brengen. Voor amerikanen is 2 km. lopen echt onbestaanbaar. “You don’t carry any guns, do you”? vraagt de dame! Ontzag voor de wet hebben ze allemaal. Nadat we bij een supermarkt nog wat inkopen gedaan hebben, vragen we een mevrouw ons even naar de haven te rijden. No problem, de airco achterin de auto wordt aangezet en na een gezellig ritje worden we netjes “thuis” afgezet.

In het noorden van Georgia ligt de historische stad Savannah aan de Savannah River. We zoeken een veilige ankerplaats in een heel mooi kreekje en gaan met de bus. De natuur van Georgia is prachtig, veel bos. Vooral de oude brede eiken, die altijd begroeid zijn met een soort hangend mos, zijn imposant.


Georgia is in 1732 gesticht door de engelse kapitein Oglethorpe. Hij trof op deze plek vreedzame Indianen van wie hij een stuk land kocht. Hij bouwde Savannah volgens een mooi bedacht plan en startte met de aanplant van katoenplantages. In de volgende decennia werden vanuit Savannah 2 miljoen balen katoen per jaar verscheept.


Katoenpakhuizen aan de Savannah River

Het historische deel van Savannah is prachtig gerestaureerd. Een heel rijk koloniaal verleden is overduidelijk te zien.




Ook deze prachtige stalen fontein werd onlangs nog gerestaureerd.

In de kreek waar we ankerden hadden we de volgende nacht een klein akkefietje. Door de stroming draait de boot vaak een halve cirkel. Omdat het kreekje nogal smal was lagen we nogal dicht bij de kant.

Als we ’s nachts uit het raam kijken zien we dit beeld.

Foetsie kon geen kant op en was maar in het riet gaan liggen. Op het moment dat we het ontdekten was het ook nog afgaand water dus stonden we al in de klei. Dan maar de ANWB-op-het-water-hulpdienst gebeld. Na 10 minuten kwam er al een bootje aan. Hij krijgt ons niet los. Dan maar met beetje grof geweld, eerst naar links schuintrekken, dan naar rechts. Uiteindelijk lukt het de kiel uit de modder te trekken en liggen we weer te dobberen. De rest van de dagen ankeren we dan maar in het midden van de kreek. Goeie en snelle service trouwens van TowBoat US want het was wel midden in de nacht dat we hen opriepen.

Dit was trouwens een prima stop in Georgia wat supermarkt betreft want we lagen er vlak naast. Dus konden we nu eens op een gemakkelijke manier onze voorraden weer aanvullen. Een mevrouw in de supermarkt dacht dat we Duitsers waren. Knoopt gelijk een praatje aan en vertelt ons dat ze al heel vaak in Duitsland geweest is. Eenmaal bij de kassa biedt ze ons aan ons met al onze boodschappen weg te brengen. In dit geval was het dus niet nodig. Maar toch weer erg attent natuurlijk.

Even voorbij Savannah steken we weer geruisloos de grens over naar de volgende staat: South Carolina. We zijn in Beaufort (Amerikanen spreken dit uit als bewfurt) Het is heel erg warm en vochtig en er is te weinig wind. Bijna elke avond/nacht hebben we onweersbuien met veel bliksem.

Het is 6 juni en we nemen het weekend “vrij”. Het varen op de rivieren is best wel vermoeiend. Je moet voortdurend op de kaart kijken en altijd op de hand sturen (op zee zetten we de stuurautomaat aan en lezen we een boek). Je moet altijd bedacht zijn op ondieptes want niet overal is de Intracoastal Waterway goed gebaggerd. Ook bij de oversteek van brede wateren is het altijd zoeken en turen om de juiste boeien te vinden zodat je de juiste rivier opvaart.



We varen niet altijd naar het noorden, de GPS telt soms af in plaats van op en komen we dus niet dichter bij New York!

Geen opmerkingen: